Een getrouwde vrouw wordt verleid door een grote zwarte lul in de woestijn door haar man

In de kale woestenij, een getrouwde vrouw vindt zichzelf gebonden en hulpeloos, haar verlangens ontstoken door de aanblik van een enorme ebbenhouten schacht. Haar man, de gemene meester, geniet van haar lijden als hij haar plaagt met de kolossale pik, zijn lippen die nauwelijks over haar weelderige bever schuiven. De smaak van haar opwinding maakt hem wild, zijn tong diep in haar gravend. Hij laat dan de volle lengte van het zwarte monster los, waardoor ze elke centimeter in haar gretige mond moet nemen. De jarretelgordel die ze droeg, dient alleen om de aanblijk te versterken dat ze wordt gedomineerd door de enorme lul. Het gebonden zicht van haar kutje, haar kutjes op een volle vorm, wordt tentoongesteld aan haar man, het plezier van haar man wordt volledig in beslag genomen door de woestijn, zijn lust wordt weerspiegeld door de grote lust van de zwarte lust van haar vrouw, een genot dat wordt geëgalmd door het grote zwarte landschap, een geilheid van wellust.