Opgewonden arts instrueert een jonge man hoe hij ontvankelijk moet zijn - kas

In een afgelegen kas is een jongeman overgeleverd aan een doorgewinterde arts. De handen van de dokters zijn snel te verkennen, een vonk in de jongeman aan het ontsteken. De doktersvingers dansen over zijn lichaam, elke contour opsporend, elke aanraking rillingen over zijn ruggengraat doen afgaan. De tong van de dokter is even bekwaam en laat geen enkel deel van het jonge mannenlichaam onaangeroerd. De artsen-aandacht richt zich al snel op het nauwe gaatje van de jongeman, een verboden terrein dat de jongeman nog nooit eerder heeft meegemaakt. De artsen onderzoeken, de vingers openen het jonge mannenlijf voor nieuwe sensaties. De jongeman kan alleen maar kreunen als antwoord, zijn lichaam kronkelt onder de bekwame artsen. De dokter neemt dikke zwarte pik, duwt al snel de jongeman over zijn grenzen, strekt hem in intens genot en verlaat de jongeman op onverwachte manieren. De dokter laat zijn intensiteit nooit verslappend, hij denkt dat hij het onverwachte lichaam van de jonge man niet kan bevredigen.